De wet van 12 juni 2020 die de periodes wijzigt die plaatsvinden tijdens de prenatale rust en die in aanmerking kunnen worden genomen voor de verlenging van de postnatale rust van een contractueel personeelslid, is in het Belgische Staatsblad van 18 juni gepubliceerd.
Inwerkingtreding
Deze wet treedt retroactief in werking op 1 maart 2020. De wijzigingen kunnen dus een impact hebben op de lopende moederschapsverloven van contractuele personeelsleden.
Voor wie?
De wijzigingen zijn alleen van toepassing op contractuele personeelsleden.
Situatie voor 1 maart 2020
In toepassing van artikel 39 van de arbeidswet van 16 maart 1971, kan een personeelslid die verder heeft gewerkt gedurende de zes weken (of acht weken bij de geboorte van een meerling) die de bevalling voorafgaan, haar moederschapsverlof na de negende week verplichte rust met vijf weken (of zeven weken ingeval van een meerling) verlengen. Deze vijf (of zeven) weken kunnen ofwel voor de geboorte ofwel na de verplichte postnatale rust worden opgenomen.
Concreet, wat zijn de gebrachte aanpassingen van deze wet?
De wet van 12 juni 2020 voegt afwezigheidsperiodes toe die gelijkgesteld kunnen worden met periodes van arbeid om de verplichte postnatale rust van een contractueel personeelslid na de negende week na de bevalling te verlengen.
Nu kunnen ook volgende periodes van afwezigheid die plaatsvinden vanaf de zesde week tot en met de tweede week voor de bevalling gelijkgesteld met periodes van arbeid. Ze verminderen dus niet meer het recht op moederschapsverlof:
- arbeidsongeschiktheid
- volledige werkverwijdering.
Meer info
- in de rubriek moederschapsverlof op Fedweb
- in de wet van 12 juni 2020 tot wijziging van de periodes die plaatsvinden tijdens de voorbevallingsrust en in aanmerking kunnen worden genomen voor de verlenging van de nabevallingsrust (Belgische Staatsblad van 18 juni 2020).