De Raad van State heeft op 5 februari 2009 beslist dat bij het afnemen van bepaalde taaltesten er geen onderscheid mag gemaakt worden naargelang de administratieve graad (1/A, 2+/B, 2/C, 3/D en 4) van de kandidaten.
Wat betekent dit concreet?
Dit betekent dat de proeven die volgens de artikelen 8, 9, 10, 13 en 14 (uit het KB van 8 maart 2001) afgenomen werden, tijdelijk niet meer georganiseerd kunnen worden. Er wordt aan een nieuwe uitvoeringsreglementering gewerkt.
De proeven volgens de artikelen 7, 11 en 12 zullen ongewijzigd doorgaan. De taalproeven in Gerechtszaken: magistraten, griffiers en personeel van Rechtbanken en Hoven, zullen ook ongewijzigd doorgaan.
De brevetten die voor 12/02/2009 uitgereikt werden, blijven onverminderd geldig.
Meer info
- over de taaltesten vind je op de site van Selor.