De beëindigingsvergoeding is alleen voor mandaathouders.
De mandaathouder krijgt een beëindigingsvergoeding als:
- het mandaat wordt beëindigd bij een tussentijdse of eindevalutievermelding 'onvoldoende' of een eindevaluatievermelding ‘te ontwikkelen’ en
- hij geen beroepsinkomen of rustpensioen krijgt.
Deze vergoeding stemt overeen met een twaalfde van je geïndexeerde jaarwedde. Het aantal twaalfden waarop je recht hebt, hangt af van de aard van de vermelding en het tijdstip waarop de vermelding werd toegekend:
Vermelding ‘onvoldoende’ |
Beëindigingsvergoeding |
Finale evaluatie ‘I’ |
8 keer |
Tussentijdse evaluatie ‘I’ (3/4/5) |
6 keer |
Tussentijdse evaluatie ‘I’ (1/2) |
3 keer |
Einde mandaat ‘te ontwikkelen’ |
Beëindigingsvergoeding |
Na ten minste 1 mandaat |
10 keer |
Na een mandaat korter dan 6 jaar |
6 keer |
Elke maand wordt een twaalfde uitbetaald. Je moet wel een maandelijkse verklaring op eer afleggen waaruit blijkt dat je in die periode geen beroepsinkomen of rustpensioen had.
Vanuit fiscaal oogpunt wordt de beëindigingsvergoeding beschouwd als een vergoeding die verkregen is tot volledig of gedeeltelijk herstel van een tijdelijke derving van inkomsten.
De beëindigingsvergoeding is ook voor mandaathouders van een FOD of POD:
- bij wie het mandaat stopt doordat hij geen bewijs geleverd heeft over de kennis van de 2de taal zoals voorzien in artikel 43ter, § 7, alinea 1 en alinea 5 in voorkomend geval en
- hij geen beroepsinkomen of rustpensioen krijgt.
In de hiervóór geviseerde hypothese, krijgt de titularis van de managementfunctie 2 keer het bedrag van de beëindigingsvergoeding, berekend volgens de hieronder beschreven regels.