Het koninklijk besluit van 31 januari 2009 goedgekeurd tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden
verhoogt het aantal dagen jaarlijks vakantieverlof waarop de personeelsleden in de leeftijdscategorie van 55-60 jaar recht hebben.
Leeftijd | Vakantieverlof |
---|---|
jonger dan 45 | 26 dagen |
45-49 | 27 dagen |
50-54 | 28 dagen |
55-59 | 29 dagen |
60 | 30 dagen |
61 | 30 dagen |
62 | 31 dagen |
63 | 32 dagen |
64 | 33 dagen |
65 | 33 dagen |
Het bijkomende jaarlijkse vakantieverlof (aantal dagen hoger dan 29 werkdagen) vanaf 60 jaar wordt niet verminderd omwille van onvolledige prestaties of afwezigheden zoals bijvoorbeeld het halftijdse vervroegde pensioen of de disponibiliteit wegens ziekte.
Voor een personeelslid van 64 jaar dat een volledig jaar halftijds werkt, betekent dit dat het gewone jaarlijkse vakantieverlof van 29 werkdagen verminderd wordt tot 15 werkdagen (afronding naar boven), in toepassing van artikel 12, § 1 van het verlofbesluit. Bovenop dit gewone jaarlijkse vakantieverlof komt nog het bijkomend jaarlijks vakantieverlof van 4 werkdagen, dat niet verminderd wordt. In totaal heeft dit personeelslid dus recht op 19 werkdagen jaarlijks vakantieverlof.
Het koninlijk besluit treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2008. Neem dus contact op met uw stafdienst P&O of uw personeelsdienst als u tot de betreffende leeftijdscategorie behoort.
Meer info
In het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden