Datum:
De ministerraad van 4 maart 2016 keurde een project goed waarbij 4 koninklijke besluiten bijgewerkt worden die zorgen voor de uitvoering van het statuut van mandaathouders binnen de overheidsdiensten.
Het gaat om volgende besluiten:
- koninklijk besluit van 29 oktober 2001 betreffende de aanduiding en de uitoefening van managementfuncties in de federale overheidsdiensten
- koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de aanduiding en de uitoefening van de staffuncties in de federale overheidsdiensten en de programmatorische federale overheidsdiensten
- koninklijk besluit van 30 november 2003 betreffende de aanduiding, de uitoefening en de weging van de managementfuncties alsook de aanduiding en de uitoefening van staffuncties en directiefuncties in de openbare instellingen van sociale zekerheid
- koninklijk besluit van 16 november 2006 betreffende de aanduiding en de uitoefening van de management- en staffuncties in sommige instellingen van openbaar nut
Dit vernieuwingsproject heeft 2 doelen:
- de evaluatieperiode van de mandaathouders afstemmen op die van de bestuursovereenkomsten
- de bestuursovereenkomst gebruiken als basis voor de evaluatie van de mandaathouders (maar niet voor de instellingen van openbaar nut). Ter herinnering: elke federale organisatie moet een bestuursovereenkomst met de bevoegde minister opstellen.
Het project doorloopt nog een paar stappen voor het definitief in werking treedt:
- overleg met het college van Voorzitters
- vakbondsonderhandelingen in Comité B
- advies van de Raad van State
- handtekening door de Koning
- publicatie in het Belgisch Staatsblad