De ministerraad van 11 december 2015 keurde de ontwerpen van de omzendbrieven 644bis en 650 over de federale monitoring goed.
Context
In oktober 2014 besliste de regering om een lineaire besparing in te voeren op de personeelskredieten. De ministerraad gaf daardoor aan de FOD P&O en de FOD B&B de opdracht om een verplichte monitoring op te stellen voor de hele federale overheid (met inbegrip van de bijzondere korpsen, de ION en OISZ).
In mei 2015 werden daarvoor de omzendbrieven 644 en 645 gepubliceerd:
- omzendbrief nr. 645 legt het kader vast voor een regelmatig proces van risicomonitoring en de bijlage publiceert de vastleggingslimieten 2015 en de prefiguratie ervan voor 2016
- omzendbrief nr. 644 beschrijft de methodologie die het risico op overschrijding van de personeelskredieten moet evalueren, over een periode van 2 jaar.
Bijwerking van de limieten en opneming kost diplomaten
Omzendbrief 650 werkt omzendbrief 645 van 12 mei 2015 bij en de bijlage publiceert de vastleggingslimieten 2016 en de prefiguratie ervan voor 2017.
Omzendbrief 644bis integreert in de methodologie een specifieke ramer ‘diplomatieke post’ waarbij het aantal en de kost van de diplomaten op post worden opgevolgd en geëvalueerd.
In 2016:
- breidt de groep van de personeelsenveloppes uit
- wordt de aandacht gevestigd op het feit dat een forfaitaire correctie wordt berekend om de meerkost van de kanteling naar het bonificatiesysteem op te vangen
- een gestructureerd proces wordt ingesteld voor een efficiënte en transparante opvolging van structurele , goedgekeurde beslissingen.
De omzendbrief herhaalt de verplichting van een personeelsplan voor de FOD’s en POD’s (cf. KB 7/11/2000). Dit plan wordt uitgewerkt door het Directiecomité, goedgekeurd door de voogdijminister en uitgevoerd door de voorzitter die ervoor verantwoordelijk is.