Op 25 september is het koninklijk besluit ter uitvoering van artikel 3, eerste lid, van de wet van 19 juli 2012 betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Dit koninklijk besluit regelt de modaliteiten rond de toetreding voor “andere administratieve overheden” tot de bijzondere bepalingen van de sociale zekerheid wanneer zij de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50/55 op hun personeelsleden van toepassing maken.
Voor wie?
- De gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten en de gemeenschapscommissies, alsook de publiekrechterlijke rechtspersonen die van deze overheidsdiensten afhangen.
- De gemeenten en de provincies met inbegrip van de gemeentebedrijven, de autonome gemeentebedrijven, de provinciebedrijven en de autonome provinciebedrijven, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de openbare inrichtingen en de publiekrechterlijke verenigingen die afhangen van een provincie of een gemeente.
Als deze andere administratieve overheden de bijzondere bepalingen van de sociale zekerheid voor de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50/55 ook op hun personeelsleden van toepassing willen maken, moeten ze dit aanvragen bij de federale Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken Hendrik Bogaert. Voor de organisaties vermeld onder het tweede puntje moet de aanvraag ingediend worden door de bevoegde overheid van de betrokken Gemeenschap of het betrokken Gewest.
Het koninklijk besluit van 20 september 2012 ter uitvoering van artikel 3, eerste lid, van de wet van 19 juli 2012 betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sectoren de wet van 19 juli 2012 treden in werking op 1 oktober 2012.
Meer info
- over het koninklijk besluit ter uitvoering van artikel 3, eerste lid, van de wet van 19 juli 2012 betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector
- over de wet van 19 juli 2012 betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector