Ten minste 20 werkdagen voor de datum waarop het evaluatiegesprek plaatsvindt, moet je als geëvalueerde je zelfevaluatie overhandigen aan de evaluator.
Indien meerdere ministers en/of staatssecretarissen bevoegd zijn voor het activiteitsgebied van de geëvalueerde, bezorgt de evaluator hen de zelfevaluatie en nodigt hen uit voor advies. Als dit advies niet binnen de 10 werkdagen gegeven wordt, is het niet meer nodig.
Er is geen formele lijst van de elementen die in de zelfevaluatie aan bod moeten komen. De zelfevaluatie brengt de argumenten en feiten aan die nodig zijn voor het evaluatiegesprek:
- zijn de doelstellingen vastgelegd in de bestuursovereenkomst en het bestuursplan ?
- op welke wijze werden ze gerealiseerd?
- wat was de persoonlijke bijdrage?
- welke inspanningen werden geleverd om de competenties verder te ontwikkelen?